Schuldsanering na verzoek tot echtscheiding: toestemming vereist?

De echtgenoot van de verzoeker dient zijn medewerking te verlenen aan toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, tenzij in de huwelijksvoorwaarden is bepaald dat er geen enkele gemeenschap van goederen zal zijn. Eveneens dient een lijst van de schulden van de echtgenoot, met wie de verzoeker in een beperkte of algehele gemeenschap van goederen is gehuwd, overgelegd te worden. De vraag is of deze vereisten ook nog gelden nadat een verzoek tot echtscheiding is ingediend.

Op grond van art. 284 lid 3 Fw dient de echtgenoot van de verzoeker zijn medewerking te verlenen aan een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling tenzij in de huwelijksvoorwaarden is bepaald dat er geen enkele gemeenschap van goederen zal zijn. Eveneens dient een lijst van de schulden van de echtgenoot, met wie de verzoeker in een beperkte of algehele gemeenschap van goederen is gehuwd, overgelegd te worden. De vraag is of deze vereisten vanaf 1 januari 2012 ook nog gelden nadat een verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. De rechtbank ‘s-Gravenhage, 6 september 2012, LJN BX7247, beantwoordt deze vraag bevestigend.
De rechtbank maakt een onderscheid tussen het einde van de gemeenschap en de ontbinding van de gemeenschap. Ontbinding van de gemeenschap vindt op grond van art. 1:99 lid 1 sub b BW plaats op de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding en niet op de datum dat het huwelijk wordt beëindigd door echtscheiding. Daarentegen is echtscheiding wel noodzakelijk voor ontbinding van de gemeenschap. Indien inschrijving namelijk uitblijft en na verloop van tijd niet meer mogelijk is, wordt de gemeenschap geacht nimmer ontbonden te zijn geweest. I.c. was de echtscheiding nog niet gevolgd, de handtekening van de andere echtgenoot was derhalve nog vereist, aldus de rechtbank. Ook dient volgens de rechtbank duidelijk te zijn dat alle schulden behorend tot de gemeenschap op de lijst van schulden staan vermeld.
Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid valt, volgens de wenk onder de uitspraak, wat te zeggen voor de redenering van de rechtbank. Er bestaat immers altijd de mogelijkheid, dat het uiteindelijk niet komt tot een echtscheiding, waardoor de gemeenschap met terugwerkende kracht herleeft en achteraf bezien de handtekening van de echtgenote van de verzoeker nodig was ten tijde van indiening van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Een ander resultaat zou mogelijk misbruik in de hand werken, doordat ‘fake’ echtscheidingsverzoekschriften worden ingediend, gevolgd door verzoening.

RFR, 12, 2012, p. 708 e.v. (MK)

juripudentie:

http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BX7247